De algemene regel bij begrippen als schuld en aansprakelijkheid is “wie eist bewijst”. Dat is in het wegverkeer niet anders.
Bij onenigheid over de schuldvraag kunnen getuigenverklaringen en/of de omstandigheden ter plaatse van belang zijn. Bij ernstige ongevallen kan de politie een proces verbaal opmaken en een ongevallenanalyse verrichten. Anders dan wel wordt gedacht bepaalt de politie niet wie er schuldig en aansprakelijk is. De politie houdt zich bezig met strafrecht, een schuldvraagdiscussie is civiel recht en is in handen van de verzekeringsmaatschappij en de belangenbehartiger. Uiteindelijk de rechter.
De aansprakelijkheid hoeft niet altijd 100% te zijn. In feite behoort elke schulddeling (bv 50/50, 75/25, 60/40) tot de mogelijkheden omdat het immers zo kan zijn dat beide partijen een fout hebben gemaakt. De een komt van rechts, de ander rijdt (veel) te hard. De ernst van de fouten wordt dan tegen elkaar afgewogen.
Wordt een auto van achteren aangereden dan rust op de achteroprijder een zogenaamd “vermoeden van schuld”. We spreken ook wel van “een omgekeerde bewijslast”. Dat houdt in dat de achteroprijder moet bewijzen dat hij geen schuld heeft. Dat is lastig maar in sommige situaties wel mogelijk.
De algemene regel op een kruising in ons land is dat van rechts komende bestuurders voorrang hebben op het kruisende verkeer. (dat is niet in alle Europese landen het geval).
Die regel geldt niet meer als de kruising wordt geregeld door verkeersborden of verkeerslichten. De regel “van rechtskomend” wordt dan ondergeschikt. Een nogal eens gehoord standpunt dat de van links komende door groen licht rijdende partij toch schuldig is omdat de kruisende door rood rijdende partij van rechts kwam is onjuist. Als je door rood rijdt ben je aansprakelijk, ook al kom je van rechts.
Een bijzondere categorie in het verkeer wordt gevormd door voetgangers en fietsers als zij in botsing komen met een motorvoertuig.
Fietsers en voetgangers zijn juridisch beschermd. Ook hier geldt een zogenaamde omgekeerde bewijslast waarbij ervan wordt uitgegaan dat de bestuurder van het motorvoertuig in beginsel aansprakelijk is, behoudens overmacht.
Is de fietser/voetganger jonger dan 14 dan is de juridische bescherming 100%. Er is dan altijd volledige aansprakelijkheid van de bestuurder van het motorvoertuig. Het kan dus zijn dat de twee begrippen “schuld” en “aansprakelijkheid” hier uiteenlopen.
Passagiers van motorvoertuigen zijn vrijwel altijd gevrijwaard van een schuldvraagdiscussie tussen de eigen bestuurder en de andere partij.
Zij hebben de keuze om een van de twee voor hun volledige schade aan te spreken. Het is dan aan de beide bestuurders om uit te maken wie welk deel van de schade draagt.
Het gebeurt ook dat er geen andere partij bij een ongeval is betrokken. We spreken dan van een eenzijdig ongeval. Bijvoorbeeld: auto tegen boom. De passagiers kunnen, hoe vreemd dit misschien klinkt, de eigen bestuurder voor hun schade aanspreken. Dit is gedekt onder de verplichte aansprakelijkheidsverzekering van de auto.
Schadeverzekering voor inzittenden/opzittenden (SVI/SVO)
Veel verzekeringen van motorvoertuigen zijn tegen een extra premie uitgebreid met een SVI/SVO.
Op grond van deze verzekeringen kunnen bestuurder en passagiers hun letselschade verhalen, ongeacht de schuldvraag. Niet het aansprakelijkheidsrecht maar de polisbepalingen van de SVI/SVO staan dan centraal, of een combinatie van die twee.
Raakt een werknemer met zijn bedrijfsauto, of eigen auto in opdracht van zijn werkgever betrokken bij een ongeval, dan is de werkgever aansprakelijk voor de (letsel)schade, ongeacht de schuldvraag.
Motorvoertuigen zijn wettelijk verplicht WA verzekerd. Deze Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) dekt alle schade bij aansprakelijkheid. Blijkt er onverhoopt geen verzekering voor het motorvoertuig te zijn gesloten, of is het veroorzakende motorvoertuig onbekend gebleven dan kan een beroep worden gedaan op het Waarborgfonds.
NOOT:
Met het bovenstaande is getracht in korte bewoordingen enig inzicht te geven in een aantal verkeers- en aansprakelijkheidssituaties. Uiteraard kunnen in dit bestek niet alle juridische merites worden behandeld. Elk geval moet apart op grond van de relevante feiten en omstandigheden worden beoordeeld. Wilt u een concreet advies, neem dan contact met ons op.
Uw zorgen na een ongeval met letsel zijn divers en groot. Natuurlijk is de belangrijkste gericht op medisch herstel. Dan is het goed om iemand naast u te hebben die zich bezighoudt met vraagstukken over aansprakelijkheid en schade. Een deskundige van Tijbout Letselschade kan die rol vervullen; een deskundige begeleiding in de letselschadeprocedure en een schadevergoeding waarop u recht heeft. Vrijwel altijd kosteloos.
In vrijwel alle gevallen kunnen wij met onze klant de afspraak maken dat aan onze tussenkomst geen kosten zijn verbonden. Dat komt niet omdat we het zogezegd voor niets doen, maar omdat het wettelijk is geregeld (artikel 6.96 BW) dat de kosten van een deskundige belangenhartiger door de aansprakelijke partij moeten worden betaald. We spreken dan over “buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand” (kortweg bgk). Tijbout houdt zich aan die wettelijke bepaling en berekent geen bemiddelingskosten of percentages van schadebedragen. Dat betekent dat wij alle noodzakelijke werkzaamheden kunnen verrichten, van het begin tot het eind, zonder de klant nota’s te sturen. Een vergoeding van onze kosten door de aansprakelijke partij is een zorg van ons, niet van u.
“Als u letsel heeft komt er al genoeg op u af. Tijbout ontzorgt, zodat u zich kunt focussen op uw herstel”
Eerste contact
In het eerste gesprek, vaak telefonisch, bespreken we wat er is gebeurd. Wij leggen in eerste gesprek uit wat u ons kunt verwachten en wat de vervolgstappen zijn. Na dit gesprek wordt direct een dossier aangelegd en gaan wij aan de slag.
Persoonlijk gesprek
Meestal maken wij snel na het eerste contact een persoonlijke afspraak met u. Tijdens dat gesprek wordt gesproken over de gevolgen van het ongeval en wordt uitleg gegeven over de verdere procedure.
Ook al staat de schade bij zo’n eerste gesprek niet volledig vast, dan kan er toch vaak op korte termijn een betaling van een voorschot worden geregeld.
Letsel
Het letsel wordt vastgesteld aan de hand van de beschikbare medische informatie van artsen en therapeuten die u als gevolg van het ongeval heeft bezocht. Letsel is een ruim begrip en kan variëren van licht letsel dat snel weer herstelt tot ernstig letsel dat nooit meer over gaat. En alles er tussen in.
Schade afwikkelen
Aan het einde van het traject, als er sprake is van een zogenaamde medische eindsituatie, kan met behulp van een onafhankelijk medisch onderzoek blijvende medische gevolgen van het letsel worden vastgesteld door een medisch specialist. Is de verwachting dat het letsel in de toekomst verslechtert, dan kan bij een afwikkeling worden afgesproken dat er een voorbehoud wordt opgenomen. De letselschade wordt dan afgewikkeld, tot zover mogelijk. Treedt de verslechtering van de gezondheid op een later moment daadwerkelijk op, dan wordt het dossier heropend. Uiteraard gaat dit alles in overleg met de cliënt.
Neem contact op met een specialist
Binnen 24 uur antwoord op al je vragen
Neem contact op met een specialist